Ingrediënten:
deeg:
- 150 gr bloem
- 125 gr witte basterdsuiker
- 125 gr koude boter in kleine stukjes
- mespunt zout
Vulling:
- 6 appels
- 2 el (riet)suiker
- 2 el water
- 1 tsp kardamom- of kaneelpoeder
- klontje boter
- 50 gr rozijnen
kruimellaagje:
- 90 gr bloem
- 40 gr koude boter
- 1 zakje vanillesuiker
- snufje zout
- 40 gr lichtbruine basterdsuiker
Materialen:
- steelpan
- weegschaal
- springvorm
- zeer schone koekenpan
- bakpapier
- boterkwast
- fruitmesje
- koekenpan
- mengkom
- kommetje
- theelepel
Meng de ingrediënten van het deeg met de hand tot een gelijkmatig deeg, rol er een soort worst van en wikkel die in huishoudfolie. Leg het deeg in de koelkast te rusten voor zeker 30 minuten.
Schil de appels, snijd ze in vieren en snij het klokhuis eruit. Snijd één appel in kleine stukjes en doe die met het water en 1 el suiker in de steelpan. Kook in 10 minuten op zacht vuur tot de stukjes zacht zijn. Prak de stukjes met een vork nog een beetje platter tot je appelcompôte hebt. Week de rozijnen ondertussen in een kommetje met wat heet water.
Verwarm de oven voor op hete lucht 180 C. Snij de rest van de appels in plakjes van ongeveer een halve centimeter dik. Verhit de koekenpan op matig vuur, let op dat er geen smaakjes in zitten van de vissticks van gister of de bacon van het ontbijt. Je kan ook even de klokhuizen en schillen bakken in de pan zodat die ongewenste smaakjes en geurtjes opnemen en de pan appeltaartvriendelijker wordt. Smelt de boter in de pan en bak de appelpartjes, ze regelmatig omschuddend of -scheppend, een minuut of vijf zodat ze wat vocht verliezen. Giet de rozijnen af en meng de appels, compôte, rozijnen, laatste el suiker en de kardamom (of kaneel) er doorheen. Knip het bakpapier op maat voor de springvorm en vet de rand in met boter.
Meng nu het kruimeldeeg: kneed met je vingertoppen snel de boter door de bloem, vanillesuiker en zout tot een kruimelig deeg, roer nu met een lepel de basterdsuiker erdoor zonder verder nog te kneden.
Haal het deeg uit de koelkast en snij de helft van de worst in plakjes van ongeveer 0,5 cm dik. Beleg de bodem van de springvorm met de plakjes en druk ze daarna tegen elkaar aan. Het is een beetje kleien eigenlijk, erg leuk om te doen. Zorg dat de bodem helemaal bedekt is en gelijkmatig in dikte. De rest van de worst rol je nog dunner totdat je heel de springvorm ermee rond kan. Leg deze worst tegen de rand van de springvorm op het deeg en duw/kneed het omhoog tot een rand van zo’n 4 cm hoog. Duw de bovenkant een klein beetje terug met je duim zodat de rand niet te brokkelig wordt. Schep nu de appelmix in de vorm en duw een beetje plat en gelijkmatig. Strooi hier het kruimeldeeg overheen. Bak de taart midden in de oven in 45-50 minuten goudbruin en gaar. Laat de taart nog een paar minuten in de vorm afkoelen en haal dan voorzichtig de rand van de springvorm los. Serveer met…. tromgeroffel… slagroom!
ipv appelcompote heb ik een grote eetlepel abrikozenjam genomen